NVPG

voor Patiënten met Paragangliomen

In 2017 is er in Nederland onderzoek gedaan naar de SDHA-mutatie. Het DNA van 393 patiënten met een paraganglioom (waarbij tussen 2011 en 2016 geen erfelijke aanleg was vastgesteld) is onderzocht op een mogelijke SDHA-mutatie. Hier kwam uit naar voren dat maar een klein percentage van die gehele groep patiënten met paragangliomen een SDHA-mutatie heeft.

Inleiding

Alle factoren die uit dit eerste brede Nederlandse onderzoek naar SDHA paragangliomen naar voren zijn gekomen gebruiken de specialisten nu om samen met de patiënt de best mogelijke behandeling te kiezen.

Feit is dat iedere tumor en iedere patiënt anders zijn, er is dus altijd sprake van een persoonlijk behandelplan. Bij de tumor verschillen bijvoorbeeld de locatie en de vorm. Bij de patiënt gaat het om verschillen in leeftijd en maatschappelijke situatie.

Aantal patiënten

Door dit onderzoek hebben 30 van die 393 patiënten (7,6%) te horen gekregen dat ze toch een genetische aanleg hebben. Patiënten met de SDHA-mutatie waren bij diagnose gemiddeld jonger dan patiënten zonder mutatie. Daarnaast werden er door verder familieonderzoek nog 56 mutatiedragers gevonden.

Van de onderzochte 30 patienten waren er 15 vrouw en 15 man.

Verschillende SDHA-mutaties

Het onderzoek laat zien dat deze 30 patiënten 7 verschillende mutaties hadden:

  • 23 keer de nonsense mutatie c.91C>T
  • 2 keer de missense c.1753C>T
  • 1 keer de nonsense mutatie c.1534C>T
  • 4 keer werd er een tot dan toe onbekende mutatie gevonden
  • Plaatje verschillende SDHA-mutaties

    De mutatie c.91C>T komt, in vergelijking met internationale studies, bij Nederlandse patiënten vaker voor.

    Kans op tumorvorming

    Om na te gaan hoe groot de kans op tumorvorming bij een SDHA-mutatie is werd er verder onderzoek gedaan. Bij 94 familieleden van de 30 patiënten bij wie door dit onderzoek een SDHA-mutatie is ontdekt
    is ook DNA onderzoek gedaan.

    In totaal hadden 56 van deze familieleden, in 19 verschillende families, ook een SDHA-mutatie. Opvallend genoeg was het risico op ziekte bij familieleden met de SDHA-mutatie veel lager is dan bij de andere SDH-mutaties. Slechts bij 4 van hen werd een tumor ontdekt, 95% was dus alleen maar mutatiedrager.

    Van deze 4 mensen had er maar één een hoofd- halsparaganglioom. Twee mensen hadden een aan paragangliomen gerelateerde tumor, een maag-darm stromale tumor (GIST) en een niercelcarcinoom. De laatste persoon had een schildklier tumor waarover er discussie is of dit een gerelateerde tumor is.

    Geschat wordt dat 10% van de SDHA-mutatie-dragers voor zijn of haar 70ste verjaardag een mutatie gerelateerde tumor ontwikkeld.

    Patiënten met een of meerdere tumoren

    Het onderzoek heeft verder laten zien dat 4 van de index patiënten meerdere Hoofd- en Halsparagangliomen hadden.

    Type tumoren bij een SDHA-mutatie

    Van de 30 index patiënten, bij wie bij door dit onderzoek duidelijk werd dat zij een SDHA-mutatie hebben, hadden er:

    • 21 een Hoofd- Halsparaganglioom
    • 5 een Paraganglioom in de Borst- of Buikholte
    • 4 een Feochromocytoom

    Uitzaaiingen of metastases en dus kanker

    Bij 3 index patiënten zijn uiteindelijk metastases gevonden en is er dus sprake van kanker. Op de totale groep is dit een kans van 10%. Van deze 3 patiënten hadden er 2 een paraganglioom in de borst- en buikholte en 1 een feochromocytoom.

    Risico op overerving

    Het risico dat kinderen deze SDHA-mutatie overerven is 50%. Of je erft de mutatie of je erft deze niet. De enige uitzondering hierop is als beide ouders precies dezelfde mutatie zouden hebben.

    Meer algemene informatie over overerven staat op de pagina over erfelijkheid en op de website van het Erfocentrum.

    De hele studie is, in het Engels, als publicatie verschenen in The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism